Affiche voor ‘Woyzeck’ van ‘t Barre Land / Discordia
– winnaar Theaterafficheprijs 2005 –
Toen Georg Büchner, student geneeskunde en schrijver, in 1834 op vierentwintig jarige leeftijd stierf liet hij het onvoltooide toneelstuk Woyzeck achter. In 31 losse scènes zonder volgorde toont hij hoe soldaat Woyzeck van slachtoffer tot dader wordt, al dan niet gedwongen door de (sociale) omstandigheden. Woyzeck is een complexe en scherpzinnige analyse van een moordzaak die veeleer via echo’s en associaties dan via een logische spanningsopbouw wordt verteld. Dat wil ’t Barre Land benadrukken door de voorstelling als een hallucinatie, een droom te spelen, waarin verhitte scènes van dronkenmannen en marktschreeuwers even werkelijk zijn als de nuchtere realiteit van kapitein en dokter.
’t Barre Land laat Woyzeck voorafgegaan door fragmenten van de Japanse hofdame Sei Shonagon en de Franse taalvirtuoos Georges Perec. Van Shonagon worden soms grappige, poëtische opsommingen gespeeld. Verschillende bloesembomen, bronnen van irritatie, deprimerende zaken en dingen waar het hart sneller van gaat kloppen, passeren de revue. Ze zijn afkomstig uit haar dagboek, geschreven rond 1000 na Christus. Het draagt de titel Makura no Soshi, Aantekeningen van het kussen, wat waarschijnlijk een benaming is geweest voor een notitieboekje dat mannen en vrouwen in hun slaapvertrek bijhielden en bewaarden in een houten hoofdsteun.
De reeksen van Shonagon worden doorsneden met pogingen tot classificatie van Georges Perec (1936-1982) die grip probeert te krijgen op het menselijk denken. In zijn boek Denken Klasseren gaat hij het gevecht aan met de beperkingen van elke indeling of definiëring. Waarom houdt het begrip A film in dat deze beter is dan een B film? En waarom heeft het Engels minstens twintig benamingen voor ‘straat’ en het Frans maar zeven?