Heilige Oorlog
Tijdens een lezing in 1983 snijdt de jonge toneelschrijver Rainald Goetz zich met een scheermes in zijn voorhoofd, terwijl hij zegt: In mijn hoofd gaat een wild dier tekeer. Waarom zit het denken in mij als het slechts een denken is tegen mij? (…) Jullie mogen mijn hersens hebben. Drie jaar na deze bloederige performance deelt hij de volgende mokerslag uit met het drieluik ‘Krieg’ waarvan het eerste deel, Heilige Oorlog, een provocatieve aanklacht is tegen de hersenlozen, de nietdenkers.
In Heilige Oorlog is het geweld de nieuwe religie. Het beschrijft in een slapstick stoet van scènes een samenleving die aan totalitarisme wordt onderworpen en aan hersenloosheid lijdt. Een woordenbombardement waarin evenveel verwijzingen naar de grote Europese revoluties door elkaar schieten als de zin bier kun je blijven drinken, dat is het goede van bier voorbij komt, als in een absurdistische nachtmerrie. Waarin het geweld op de achtergrond plaatsvindt, of op straat of van horen zeggen, niet precies wetend waarvandaan en door wie en waarom, en waar passerende burgers, verantwoordelijke dienstdoende mondige burgers, zwalkend zingende burgers, zeer treurige burgers en ten dode opgeschreven burgers meeroepen in deze denderende partituur, of zich juist in een absolute staat van ontkenning bevinden.
Speellijst hier
Vincent van den Berg, Czeslaw de Wijs, Stef van Es (muziek), Jorn Heijdenrijk, Margijn Bosch